Achter het huis hebben we twee kleine olijfbomen staan. Vorig jaar zaten er ook al olijven aan, maar toen hadden we geen tijd en geen idee om er iets mee te doen.
Dit jaar hebben we meer tijd, dus hebben we uitgezocht wat je er mee kunt. We kunnen ze bij een Bodega brengen, daar schijn je voor iedere 7 kg olijven één liter olijfolie van de eerste persing te krijgen. Nu is de score van dit jaar 1 kg, dus dat schiet niet op. Wellicht dat vanaf volgend jaar de oogst hoger wordt, we hebben dan tenminste 10 bomen staan.
Daarom hebben we besloten ze klaar te maken voor consumptie. Er zijn veel manieren om olijven in te maken, hier is er één van:
Na het plukken moeten ze eerst gewassen worden en daarna gekneusd of gekerft worden. Vervolgens worden ze in vers water weggezet. Dit water moet iedere dag ververst worden, daarmee moet je -afhankelijk van de olijfsoort- een week tot soms wel 40 dagen doorgaan.
De bittere smaak moet helemaal verdwenen zijn. Daarna worden ze in een pekeloplossing bewaard. De pekeloplossing bestaat uit gekookt water waarin zout opgelost wordt. De hoeveelheid zout is daarbij afhankelijk van de smaak die bereikt moet worden, en varieert van een ons zout per liter tot een grotere hoeveelheid zout.
Nadat de pekeloplossing afgekoeld is worden de olijven in een weckpot gedaan, en overgoten met het zoutmengsel tot ze goed onder water staan. Het geheel wordt luchtdicht afgesloten, en is (afhankelijk van de zoutconcentratie) op een koele, donkere plaats enkele maanden tot enkele jaren houdbaar.
De olijven kunnen daarna gewoon ‘naturel’ gebruikt worden in allerlei gerechten, of nog in een marinade gezet worden. Bij de marinades wordt veel gebruik gemaakt van olijfolie, knoflook, citroen en allerlei kruiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten