Herman Kroonenburg was onze broer.
Voor velen die hem kenden was hij een warm mens. In het bijzijn van mensen was hij eigenlijk altijd opgewekt en optimistisch.
In zijn leven, dat in 1947 in Rotterdam begon, hebben vele verschillende perioden zich afgewisseld.
Er was een Herman, die als jochie voetbalde bij Sparta en cricket speelde.
Er was een Herman, die altijd voor zijn kleine zus opkwam.
Ook kwam er een Herman die, toen hij wat ouder werd, moeilijk met ouderlijk gezag overweg kon.
Ook dat ouderlijk gezag had moeite met de Herman, die zich aan het ontwikkelen was; zijn ouders konden daar in die tijd eigenlijk niet mee overweg.
Dat was het begin van een nieuwe periode in zijn leven: nog jong, midden in de jaren 60, en toch al - zonder de directe invloed van zijn ouders - moest hij zich een weg vinden.
Die weg bracht hem naar vele en verre plaatsen op de wereld.
Eerst nog dichtbij, zo leefde hij een tijd in Den Haag, waar hij kennis maakte met muziek en alle verlokkingen die hoorden bij de 60-er jaren.
Later bracht de weg die hij zocht hem naar landen als Zwitserland, Frankrijk en zelfs India, waar hij nieuwe mensen en gewoonten leerde kennen.
Hij leerde Yoga, waarin hij zeer bedreven werd. Ook de rust die de Yoga hem bracht, deed hem goed. Zijn weg bracht hem weer terug naar Nederland; hij vond zijn plaatsje in Kapelle, net naast de kerk.
Dit was een mooie tijd voor Herman, hij gaf Yoga lessen in Goes, Middelburg en Bergen op Zoom, daarmee vulde hij zijn dagen.
In die periode was hij ook getrouwd; de regelmaat deed hem zichtbaar goed.
Toen later - door bezuinigingen - een paar van zijn leslocaties werden gesloten, moest Herman weer een nieuwe weg vinden.
Dat ging hem toen minder goed af en ook zijn huwelijk hield helaas geen stand.
Herman bleef naar Zwitserland komen waar hij zijn oude Yoga vrienden en vriendinnen van weleer bleef ontmoeten.
Zijn reizen gingen altijd gepaard met een smalle beurs maar met een groot hart.
Wanneer Herman zag dat iemand hulp nodig had, gaf hij dat wat hij had; altijd stond hij voor mensen klaar. Soms zorgde hij beter voor anderen dan voor zichzelf.
Toen zijn moeder ziek werd, kwam hij toch trouw naar Ridderkerk waar zij woonde, ondanks dat het niet altijd makkelijk was.
Uiteindelijk overleed eerst zijn vader, dat raakte hem zeer, maar hij bleef naar zijn moeder komen, hoewel zij ondertussen volledig in haar eigen wereld leefde.
Toen ook zijn moeder kwam te overlijden werd daarmee ook de wereld van Herman kleiner. Hij reisde niet meer, ook kwam zijn eigen huis en haard steeds verder onder druk te staan.
Het soms harde, zakelijke karakter van onze maatschappij paste niet goed bij hem.
Herman zei wel eens dat dromen en werkelijkheid bij hem omgekeerd waren.
Zijn dromen waren zo realistisch en mooi, dat hij wilde dat hij kon blijven dromen.
Hij had vrienden en kennissen, sommige kende hij al meer dan 30 jaar, anderen nog niet zo lang.
Regelmatig kwamen vrienden en kennissen over de vloer voor een praatje, ook kwam hij mensen op straat tegen met wie hij dan spontaan een praatje maakte.
Zijn kat Nero was ook een zeer trouwe vriend voor hem. Het diertje had het heel goed bij hem. Ze waren aan elkaar verknocht.
Afgelopen dinsdag werd Herman gemist door zijn naaste buurman en vriend; later die avond werd hij thuis aangetroffen.
Het einde voor Herman was eenzaam en wij kunnen alleen maar hopen, dat zijn weg naar dit einde hem toch gebracht heeft wat hij zocht.
Herman is 61 jaar geworden.